Verscherpte controle op bezit leefloners geen overbodige luxe

Op 28 april 2011

Wie bij ons van een leefloon wil genieten, moet  "in eer en geweten" verklaren dat hij geen (on)roerend goed in het buitenland bezit. Na onderzoek in Nederland is gebleken dat tien procent van de uitkeringsgerechtigen wél bezit in het buitenland had, maar dat verzweeg. 

Voordat een OCMW sociale huisvesting of leefloon  toekent, moet het roerend en onroerend vermogen van de aanvrager onderzocht worden. In de praktijk doen de sociaal assistenten van de OCMW’s dat, maar zij kunnen de toevloed aan nieuwe aanvragen nauwelijks verwerken en ze staan machteloos tegenover fraude, zeker als de aanvragers van buitenlandse origine zijn.

Verzwegen bezit in het buitenland bestaat zonder twijfel ook bij ons. Alleen… Staatssecretaris Courard beschikt niet over cijfers, heeft geen zicht op misbruiken en verwijst naar de OCMW’s, die verantwoordelijk zijn voor het controleren van de legitimiteit van de aanvraag. Maar hij geeft terzelfdertijd toe dat zij niet veel meer kunnen doen dan te rekenen op de welwillend-  en eerlijkheid van de aanvragers.
 
De N-VA vraagt dan ook dat in de strijd tegen de sociale fraude aandacht besteed wordt aan de misbruiken waarmee onze OCMW’s geconfronteerd worden. Deze problematiek overstijgt het gemeentelijk bestuursniveau en vergt een gecoördineerde nationale aanpak waarbij systematisch sociale en fiscale inspectie ingezet worden. Ook een betere informatieuitwisseling met de landen van herkomst van de aanvragers is noodzakelijk.

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is